5. Nouns

Listen and repeat.

Back to 5 Steps

het adres	Address
het vliegtuig	Airplane / Plane
het vliegveld	Airport
de tas	Bag
de bank	Bank
de badkamer	Bathroom
het strand	Beach
het bed	Bed
de rekening	Bill
de jongen	Boy

het brood	Bread
het ontbijt	Breakfast
de broer	Brother
het gebouw	Building
de bus	Bus
de auto	Car
de stoel	Chair
het kind	Child
de stad	City / Town
de kleren	Clothes

de koffie	Coffee
het land	Country
de creditcard	Credit card
de kop / het kopje	Cup
de dochter	Daughter
het nagerecht / het toetje	Dessert
het avondeten	Dinner
de dokter	Doctor
de deur	Door
de drank / het drankje	Drink

de ambassade	Embassy
het noodgeval	Emergency
het gezin / de familie	Family
de vader	Father
de vis	Fish
de vlucht	Flight
de verdieping / de etage	Floor / Story
het eten	Food
de vriend	Friend
het fruit	Fruit

het meisje	Girl
de gast	Guest
de helft	Half
de vakantie	Holiday / Vacation
thuis / het huis	Home
het ziekenhuis	Hospital
het hotel	Hotel
het huis	House
de informatie	Information
de baan / het werk	Job

de reis / de trip	Journey / Trip
de sleutel	Key
de taal	Language
de lift	Lift / Elevator
de baggage	Luggage / Baggage
de lunch	Lunch
de man	Man
de plattegrond / de kaart	Map
de maaltijd	Meal
het vlees	Meat

het medicijn	Medicine
het menu	Menu
de mobiele telefoon	Mobile phone / Cell phone
het geld	Money
de moeder	Mother
het museum	Museum
de naam	Name
de nationaliteit	Nationality
de buurman / de buurvrouw	Neighbor
de krant	Newspaper

het nummer	Number
de pijn	Pain
het paspoort	Passport
de mensen	People
het benzinestation	Petrol station / Gas station
de benzine	Petrol / Gas
de apotheek	Pharmacy
de foto	Picture / Photo
de politieagent	Police officer
het postkantoor	Post office

de prijs	Price
het probleem	Problem
het treinstation	Railway station
de regen	Rain
het bonnetje / het ontvangstbewijs	Receipt
de receptie	Reception (hotel)
de reservering	Reservation
het restaurant	Restaurant
de rijst	Rice
de weg	Road

de kamer	Room
de zee	Sea
het schip	Ship
de winkel	Shop
het winkelcentrum	Shopping center / Mall
de zuster / de zus	Sister
de frisdrank	Soft drink
iemand	Somebody / Someone
iets	Something
de straat	Street

de koffer	Suitcase
de supermarkt	Supermarket
het zwembad	Swimming pool
de tafel	Table
de taxi	Taxi
de thee	Tea
de telefoon	Telephone
de temperatuur	Temperature (# of degrees)
het ticket / het kaartje	Ticket
het toilet / de wc	Toilet / Restroom

de tourist	Tourist
de handdoek	Towel
de trein	Train
de metro	Underground / Subway
de groenten	Vegetables
de visum	Visa
het water	Water
het weer	Weather
de vrouw	Woman

---

Next Word List