Hoofdstuk 3


At
om
noon
middaguur
they
zij
go
gaan
out
uit
Tussen de middag gaan zij uit
91
and
en
take
nemen
a
een
bus
bus
to
naar
the
het
city
stad
centre.
centrum
en nemen een bus naar het stadscentrum.
92
It’s
het is
not
niet
far
ver
from
van
the
het
hotel
hotel
Het is niet ver van het hotel
93
and
en
it
het
takes
neemt
only
maar
fifteen
vijftien
minutes
minuten
by
per
bus.
bus
en het duurt maar vijftien minuten met de bus.
94
On
op
the
de
way
weg
they
zij
see
zien
many
veel
interesting
interessante
things:
dingen
Onderweg zien zij veel interessante dingen:
95
A
een
boy
jongen
and
en
a
een
girl
meisje
playing
spelende
with
met
a
een
toy
speelgoed
train
trein
in
in
the
de
street,
straat
een jongen en een meisje die met een speelgoedtrein op straat spelen,
96
an
een
old
oude
woman
vrouw
selling
verkopende
fish
vis
on
op
a
een
table
tafel
in
in
an
een
open
open
market
markt
square,
plein
een oude vrouw, die vis verkoopt op een tafel op een open marktplein,
97
a
een
police
politie
officer
agent
sleeping
slapende
in
in
the
de
sun
zon
een politieagent die in de zon
98
beside
naast
his
zijn
bicycle
fiets
on
op
the
het
green
groene
grass,
gras
naast zijn fiets op het groene gras slaapt,
99
a
een
horse
paard
standing
staande
in
in
the
het
middle
midden
of
van
the
de
road,
weg
een paard dat midden op de weg staat,
100
a
een
cat
kat
with
met
a
een
dead
dode
mouse
muis
in
in
its
van het
mouth,
mond
een kat met een dode muis in zijn bek
101
and
en
a
een
beautiful
mooie
yellow
gele
church
kerk
on
op
top
top
of
van
a
een
high
hoge
hill.
heuvel
en een mooie gele kerk boven op een hoge heuvel.
102
They
zij
thank
danken
the
de
driver
chauffeur
and
en
get off
uitstappen
the
de
bus.
bus
Zij bedanken de chauffeur en stappen uit de bus.
103
Peter
Peter
has
heeft
a
een
map
kaart
of
van
the
de
city.
stad
Peter heeft een plattegrond van de stad.
104
They
zij
walk
lopen
to
naar
the
het
eastern
oostelijk
part
gedeelte
Zij lopen naar het oostelijk gedeelte
105
and
en
rest
rusten
for
voor
a
een
while
poos
in
in
a
een
small
klein
park.
park
en rusten een poosje in een klein park.
106
They
zij
hear
horen
birds
vogels
singing
zingende
in
in
the
de
trees.
bomen
Zij horen vogels zingen in de bomen.
107
Peter
Peter
sees
ziet
a
een
short
korte
young
jonge
man
man
in
in
black
zwarte
clothes
kleren
reading
lezende
a
een
newspaper.
krant
Peter ziet een kleine jonge man in zwarte kleren, die een krant leest.
108
The
de
man
man
looks
kijkt
at
naar
him
hem
and
en
starts
begint
talking
pratende
to
naar
him.
hem
De man kijkt naar hem en begint met hem te praten.
109
Mr. Y:
Mr. Y
“Good
goede
day.
dag
Can
kan
I
ik
sit
zitten
and
en
talk
praten
with
met
you?
you / U
Mr. Y: “Goedendag, mag ik gaan zitten en met u praten?
110
My
mijn
name
naam
is
is
Mister
meneer
Yamaha.
Yamaha
Ik heet meneer Yamaha.
111
What
wat
is
is
your
jouw / Uw
name?”
naam
Hoe heet u?”
112
Peter:
Peter
“Hello.
hallo
I’m
ik ben
Peter
Peter
Johnson.
Johnson
Peter: “Hallo. Ik ben Peter Johnson.
113
Where
waar
do
doe
you
jij / U
come
komen
from?”
van
Waar kom je vandaan?”
114
Mr. Y:
Mr. Y
“I
ik
come
kom
from
van
Japan.
Japan
Mr. Y: “Ik kom uit Japan.
115
How
hoe
about
over
yourself?
U/jezelf
En u?
116
Peter:
Peter
“I
ik
come
kom
from
van
England.
Engeland
Peter: “Ik kom uit Engeland.
117
What
wat
brings
brengt
you
jij / U
here?”
hier
Wat brengt je hier?”
118
Mr. Y:
Mr. Y
“I
ik
am
ben
here
hier
to
om te
learn
leren
English.
Engels
Mr. Y: “Ik ben hier om Engels te leren.
119
English
Engels
is
is
not
niet
an
een
easy
makkelijke
language.
taal
Engels is geen gemakkelijke taal.
120
I
ik
believe
geloof
it
het
is
is
a
een
difficult
moeilijke
language,
taal
Ik geloof dat het een moeilijke taal is,
121
so
dus
please
alstublieft
speak
spreek
slowly
langzaam
and
en
clearly.”
duidelijk
spreek daarom alstublieft langzaam en duidelijk.
122
Peter:
Peter
“Okay.
oké
It’s
het is
very
heel
nice
fijn
to
te
meet
ontmoeten
you.
jou / U
Peter: “Oké. Aangenaam kennis met je te maken.
123
How
hoe
long
lang
are
ben
you
jij / U
here
hier
for?”
voor
Hoe lang ben je hier?”
124
Mr. Y:
Mr. Y
“We
wij
came
kwamen
yesterday
gisteren
Mr. Y: “We kwamen gisteren
125
and
en
we
wij
will
zullen
go
gaan
home
thuis
next
volgende
Friday.”
vrijdag
en we gaan komende vrijdag weer naar huis.”
126
Peter:
Peter
“Oh,
oh
then
dan
you
jij / U
are
bent
not
niet
here
hier
alone.”
alleen
Peter: “Oh, dan ben je hier niet alleen.”
127
Mr. Y:
Mr. Y
“No,
nee
I
ik
am
ben
here
hier
with
met
my
mijn
wife.
vrouw
Mr. Y: “Nee, ik ben hier met mijn vrouw.
128
We
Wij
always
altijd
travel
reizen
together.
samen
We reizen altijd samen.
129
She
zij
is
is
in
in
that
die
shop.
winkel
Ze is in die winkel.
130
Do
doe
you
jij / U
know
weten
where
waar
the
het
hospital
ziekenhuis
is?”
is
Weet u waar het ziekenhuis is?”
131
Peter:
Peter
“I
ik
don’t
doe niet
know.
weten
Peter: “Dat weet ik niet.
132
I’m
ik ben
sorry
sorry
that
dat
I
ik
can’t
niet kan
help
helpen
you.
jou/U
Het spijt me dat ik je niet kan helpen.
133
Why
waarom
do
doe
you
jij / U
need
moet
to
te
know?”
weten
Waarom moet je dat weten?”
134
Mr. Y:
Mr. Y
“My
mijn
wife
vrouw
is
is
ill
ziek
and
en
needs
moet
to
te
see
zien
a
een
doctor.
dokter
Mr. Y: “Mijn vrouw is ziek en moet naar de dokter.
135
But
maar
don’t
doe niet
worry,
zorgen maken
it
het
is
is
not
niet
so
zo
serious.
erg
Maar maakt u zich geen zorgen, het is niet zo erg.
136
I
ik
am
ben
sure
zeker
she
zij
will
zal
feel
voelen
better
beter
soon.
spoedig
Ik weet zeker dat ze zich gauw beter zal voelen.
137
Do
doe
you
jij / U
like
leuk
Hawaii?”
vinden
Vindt u Hawaï leuk?”
138
Peter:
Peter
“In
in
my
mijn
opinion,
mening
it’s
het is
a
een
wonderful
prachtige
place.
plek
Peter: “Ik vind het een prachtige plek.
139
It’s
het is
very
heel
different
anders
from
van
England.”
Engeland
Het is heel anders dan Engeland.”
140