Hoofdstuk 4


Luister al meelezende naar het verhaal. Je kan een lage of een normale leessnelheid kiezen.


Lage Snelheid
Normale Snelheid
While
terwijl
Peter
Peter
talks
praat
to
naar
Mr.
Mr.
Yamaha,
Yamaha
Helen
Helen
walks
loopt
to
naar
the
het
post
post
office
kantoor
to
om te
send
zenden
some
wat
letters
brieven
and
en
postcards.
postkaarten
Her
haar
mother
moeder
in
in
England
Engeland
loves
houdt van
to
te
receive
ontvangen
postcards.
postkaarten
Helen
Helen
feels
voelt
sad
verdrietig
when
wanneer
she
zij
hears
hoort
from
van
someone
iemand
that
dat
the
het
post
post
office
kantoor
is
is
closed
gesloten
today.
vandaag
She
Zij
then
dan
goes
gaat
to
naar
the
de
bank
bank
to
om te
get
krijgen
some
wat
money
geld
and
en
to
naar
the
de
supermarket
supermarkt
to
om te
buy
kopen
some
wat
food.
eten
The
de
children
kinderen
walk
lopen
through
door
the
het
park
park
in
in
the
de
hot
hete
sun.
zon
They
Zij
enjoy
genieten van
looking
kijkende
at
naar
the
de
different
verschillende
local
lokale
animals
dieren
and
en
plants.
planten
After
na
a
een
while
poosje
they
zij
get
krijgen
thirsty.
dorst
Mark:
Mark
“Let’s
laten wij
get
krijgen
something
iets
to
te
drink.
drinken
I’m
ik ben
very
heel
thirsty.”
dorstig
Mary:
Mary
“I
ik
need
moet
to
te
go
gaan
to
naar
the
het
toilet.
toilet
I
ik
hope
hoop
there
er
is
is
one
één
nearby.”
dichtbij
Paul:
Paul
“Look!
kijk
There
daar
is
is
a
een
restaurant
restaurant
over
over
there.
daar
I’m
Ik ben
sure
zeker
we
we
can
kunnen
use
gebruiken
the
het
toilet
toilet
there
daar
and
en
buy
kopen
a
een
drink.”
drank
The
de
sister
zus
and
en
brothers
broers
run
rennen
fast
snel
to
naar
the
het
restaurant,
restaurant
open
openen
the
de
door
deur
quickly
vlug
and
en
go
gaan
in.
in
Mary
Mary
gives
geeft
the
de
boys
jongens
some
wat
money
geld
and
en
goes
gaat
to
naar
the
het
toilet.
toilet
The
de
boys
jongens
buy
kopen
two
twee
bottles
flessen
of
van
fruit
vruchten
juice
sap
and
en
take
nemen
three
drie
glasses
glazen
so
zo
that
dat
they
zij
can
kunnen
share
delen
the
de
drinks.
dranken
They
zij
sit
zitten
down
neer
by
bij
a
een
group
groep
of
van
young
jonge
tourists
toeristen
from
van
Mexico.
Mexico
When
wanneer
Mary
Mary
comes
komt
back,
terug
she
zij
starts
begint
talking
pratende
to
naar
a
een
Mexican
Mexicaans
girl,
meisje
Marcela,
Marcela
who
dat
is
is
sitting
zittende
next
naast
to
naar
her.
haar
Mary:
Mary
“Hi,
hallo
how
hoe
are
ben
you?
jij
Are
ben
you
jij
enjoying
genietende
yourself
jezelf
here?”
hier
Marcela:
Marcela
“I
ik
don’t
doe niet
understand.
begrijpen
Would
zou
you
jij
repeat
herhalen
that
dat
slowly,
langzaam
please?”
alstublieft
Mary:
Mary
(speaking
sprekende
slowly)
langzaam
“Oh,
oh
I’m
ik ben
sorry.
sorry
Are
ben
you
jij
enjoying
genietende
yourself
jezelf
here?
hier
Marcela:
Marcela
“Yes,
ja
I
ik
am
ben
happy
blij
to
te
be
zijn
here.
hier
I
ik
like
leuk vinden
Hawaii
Hawaii
very
heel
much.
veel
I
ik
like
leuk vinden
the
het
nice
fijne
weather.”
weer
Mary:
Mary
“You
jullie
are
zijn
a
een
big
grote
group.
groep
Where
waar
do
doen
you
jij / jullie
come
komen
from?”
van
Marcela:
Marcela
“We
wij
are
zijn
a
een
class
klas
from
van
a
een
school
school
in
in
Mexico.
Mexico
The
het
school
school
year
jaar
is
is
finished
afgelopen
and
dus
now
nu
we
wij
want
willen
to
te
have
hebben
fun
plezier
together.
samen
We
wij
go
gaan
on
op
a
een
trip
reis
together
samen
every
elk
year.”
jaar
Mary:
Mary
“Really?
echt
Would
zou
you
jij
like
leuk vinden
to
te
be
zijn
my
mijn
guest
gast
tomorrow?
morgen
We
wij
can
kunnen
do
doen
some
wat
things
dingen
together.
samen
Maybe
misschien
we
wij
can
kunnen
swim
zwemmen
in
in
the
het
swimming
zwemmende
pool
bad
of
van
our
ons
hotel,
hotel
or
of
we
wij
can
kunnen
go
gaan
to
naar
the
het
beach.”
strand
Marcela:
Marcela
“Wonderful!
geweldig
Where
waar
shall
zullen
we
wij
meet?”
ontmoeten
Mary:
Mary
“Let’s
laten wij
meet
ontmoeten
here
hier
in
in
this
dit
same
zelfde
park
park
in
in
the
de
afternoon.”
middag
Marcela:
Marcela
“Great!
gaaf
At
om
what
welke
time?”
tijd?
Mary:
Mary
“At
om
four
vier
o’clock?”
van de klok
Marcela:
Marcela
“Okay.
oké
See
zie
you
jou
then!”
dan
Mary:
Mary
“It
het
was
was
nice
fijn
talking
pratende
to
naar
you.
jou
Bye bye!
dag
See
zie
you
jou
tomorrow!”
morgen